Stikstof – Het onbegrip tussen boer en burger

“En is dat geen natuur dan?” Buurman Sjaak wijst op het weiland achter ons. Hij vindt van wel, ik eigenlijk van niet. We zijn op straat in gesprek geraakt over de stikstofcrisis en over boze boeren die zich onbegrepen voelen door de politiek en door de burger.  We vervolgen ons gesprek, in twee ontmoetingen, bij hem op de boerderij.

Sjaak Roos is met 120 koeien een middelgrote melkveehouder en hij woont en werkt zijn hele leven op en rond de boerderij in Oudendijk. Ik ben journalist, heb lang in steden gewoond en kijk inmiddels vanuit mijn huis al vele jaren uit op zijn weilanden. Bij Sjaak hangt de Nederlandse vlag omgekeerd uit, hét symbool van de boeren protestbeweging. Bij mij hangt geen vlag uit. Wij spreken elkaar eind september, de media staan dan al bol met de vermeende oorzaken, gevolgen en oplossingen van de stikstofcrisis. Ingewikkelde materie die ik beter wil begrijpen. Daarnaast ben ik vooral op zoek naar het onbegrip tussen boer Sjaak en burger Robert (ik).
Sjaak waarschuwt dat praten over de stikstofcrisis betekent dat we het “over alles” moeten hebben. Dit wordt een lang artikel, maar niet lang genoeg.

Sjaak, jij bent in juni naar het protest in Stroe geweest. Daar waren 25 duizend boze boeren bijeen. Waar komt die boosheid vandaan?

“Wat als een rode draad door onze sector loopt is het voortdurende, zwalkende beleid van de overheid. Op basis van dat beleid gaan wij draaien en doen wij investeringen – en dat zijn geen kleine bedragen. Dan denk je dat je goed bezig bent, gesteund zelfs met subsidies van de overheid, maar dan krijg je toch weer de deksel op je neus doordat het beleid weer wordt  aangepast, of omdat de rechter dat beleid afkeurt. In onze ogen praten wij met passanten, met mensen die na een paar jaar weer weg gaan omdat ze zijn gepromoveerd, of omdat er weer verkiezingen zijn geweest; dan zitten er bij de gemeente, de provincie of in Den Haag weer nieuwe mensen met nieuwe ideeën. Dat kunnen wij als bedrijf niet bijhouden. De invoering van de Fosfaatwet, alweer even geleden, werd zelfs met terugwerkende kracht ingevoerd. Nou, schiet mij maar lek.
Wat ik ook mis in het hele verhaal is waardering voor wat we al wél hebben bereikt. Ons wordt altijd verweten dat de melkveestapel maar blijft groeien, maar die is gekrompen ten opzichte van de jaren tachtig. En doordat we slimmer omgaan met mest en met kunstmest, stoot de landbouw nu veel minder stikstof uit. En waarom hoor of lees ik nergens dat onze gewassen ook stikstof opnemen? Of Co2 van het verkeer op de A7?

En je moet bij al die boosheid niet vergeten: veel veehouders zijn bang dat hun levenswerk, hun ziel en zaligheid, van bovenaf wordt weggenomen – dat ze geen perspectief meer hebben.”

Jij stelt dat je alleen verstand hebt van de melkveehouderij. Toch ben je solidair met de kippen- en de varkensboeren…

“In mijn optiek zitten wij allemaal in hetzelfde schuitje en zijn we allemaal collega’s: mensen met dezelfde soort levenswijze, die allemaal voedsel maken en die allemaal zeven keer vierentwintig uur bezig zijn met die kip, die geit, dat varken of die koe. Dat is de binding, dan houd je elkaar automatisch de hand boven het hoofd. Dat doen journalisten toch ook als een van jullie wordt aangevallen?Ik antwoord dat ik altijd tegen fysiek geweld ben en dat mijn solidariteit met journalisten verder afhangt van de vraag of het hier gaat om goede of slechte journalistiek.

Veel burgers hebben de protestvlag uitgehangen, of een boerenzakdoek. Wat doet dat jou?

“Dat voelt als saamhorigheid. Er zijn denk ik heel veel burgers die het overheidsbeleid niet meer snappen. Zij maken zich misschien vooral druk om wat hén treft: het woningbeleid of het coronabeleid, maar met die vlag laten ze zien dat ze met ons meevoelen. Desondanks begrijpen de meeste mensen niet hoe ingrijpende dat overheidsbeleid voor boeren is, want wij steken ál onze tijd en al onze energie in ons werk, in het maken voedsel voor iedereen.”

Feit is dat ik Sjaak altijd bezig zie en dat ik ’s zomers regelmatig tot in de nachtelijke uren tractors over de akkers hoor of zie rijden.

De stikstofuitstoot moet drastisch omlaag om de natuur te redden. Jij wees op jullie weides met de vraag of dat dan géén natuur is…

“Als ik zie wat daar allemaal groeit en bloeit en loopt. Voor mij is een schaap, een kalf, een fazant, een koe, een gans, een haas, ook natuur. In mijn ogen zijn er ook altijd al weidevogels. Nu gaat een natuurvereniging ze tellen. Kun je dan zeggen dat de natuur is verbeterd of verslechterd? Dat vind ik heel lastig. Wat is de definitie van natuur?” Ik antwoord dat ik dat niet weet, maar dat ik wel weet dat de biodiversiteit – en daarmee de natuur – sinds een aantal decennia keihard achteruit holt. Sjaak: “We hebben hier lang geleden ook een ijstijd gehad en savannes…”
We stellen we vast dat ons meningsverschil er niet toe doet aangezien de regering wettelijk verplicht is in te grijpen.

Protest in de Beemster (niet bij Sjaak)

Wat is in jouw ogen de kern van het stikstofconflict?

“Het Arius rekenmodel van het RIVM. Dat is de boosdoener waar iedereen over valt. Dat  model berekent op basis van aannames hoeveel stikstof er in een gebied mag neerslaan. Op basis daarvan worden vergunningen verleend, voor het aantal dieren dat een boer mag houden of waar hij zijn bedrijf mag vestigen. Maar zijn die aannames juist? Inmiddels zijn er genoeg knappe koppen die zeggen dat dit rekenmodel van geen kanten deugt. Wie moet je geloven? Ik geloof natuurlijk dat dit rekenmodel niet deugt, want het gaat om onze broodwinning.
De geleerden verschillen ook van mening over de oorzaken van de verslechtering van de natuur: de ene onderzoeker zegt dat het slecht gaat met de Veluwe door te veel stikstof, de andere zegt dat het komt door de uitzonderlijke droogtes die we hebben gehad.” 

Juist omdat ons land zo hoog ontwikkeld is, vertrouw ik meestal bij voorbaat op onze overheid. Nu geef ik Sjaak, bij nader inzien, gelijk in zijn wantrouwen. Temeer daar de affaires met de kinderbijslag en met etnisch profileren maar al te goed illustreren waar een verkeerd model toe kan leiden. Garbage in, garbage out. 

Natuurorganisaties en veel wetenschappers zeggen dat het vijf over twaalf is, we moeten nú ingrijpen.

“Ze moeten ook naar ons luisteren. Boeren zeggen misschien dat het vijf vóór twaalf is. We moeten uitkomen op een compromis. Er zijn zó veel  meningen, ook onder mensen die er verstand van hebben. Wie moet je geloven? Overal zal een kern van waarheid in zitten. Vroeger ruimde staatsbosbeheer het dode hout in onze bossen op, nu laten ze alles liggen. In andere landen wordt het juist weer opgeruimd. Wat is goed, wat is fout? Het zijn allemaal meningen en iedereen vecht voor zijn eigen bordje. Daar moet je een compromis in zien te vinden.” 

Over meningen gesproken. Volgens Sjaak worden boeren vaak niet serieus genomen: “Als een boer uit eigen ervaring spreekt wordt dat meestal niet zo gewaardeerd. Laatst kwam de overheid controleren of ons grasland wel echt ‘kruidenrijk’ mag heten. Die mevrouw was helemaal enthousiast, zó veel kruiden. Als ík dat zou vertellen word ik niet geloofd, want ik rij daar met die grote maaimachine. Of als ík zeg dat er tien kieviten in mijn weiland zitten, dan geloven ze me niet – dat is als de slager die zijn eigen vlees keurt. Als de Agrarische Natuurvereniging het zegt – wij werken daar al vijftien jaar mee samen, dan is het een feit, dan is het geborgd. Als een boer iets niet kan bewijzen, word ie er aan opgehangen.”

Volgens mij moeten we van die compromis-gedachte af, juist omdat de wetenschap het er wél over eens is dat het erg slecht gaat met de natuur. In mijn oren neemt Sjaak die natuur- en klimaatcrisis niet zo ernstig. Dat komt misschien ook, bedenk ik achteraf, doordat boeren dagelijks in weer en wind op het land en met dieren werken – vaak al generaties lang. Daardoor kunnen veel boeren wellicht minder goed afstand nemen om objectief te zien hoe de natuur ervoor staat. Daarentegen ben ik vooral een binnenmens die alleen een kat verzorgt en soms een plant verpot.

Om de veestapel in Nederland te voeden wordt er veel kunstmest gebruikt om extra veevoer te produceren en er wordt veel veevoer geïmporteerd. Dat systeem zorgt voor veel extra stikstofneerslag. Om die reden moet de veestapel fors kleiner, menen veel kritici.

“Hier in Noord-Holland zijn de productie-omstandigheden ideaal: de grond is heel vruchtbaar, er is veel water en we zitten dicht bij de consument. In ons geval doen we ook mee aan duurzaamheidsprogramma’s van onze coöperatie, Cono Kaasmakers. Als je onze veestapel zou inkrimpen waardoor een deel van de productie naar het buitenland gaat, dan is de kans groot dat de omstandigheden daar minder gunstig zijn en dat je juist meer stikstof en ammoniak uitstoot.
En daarbij: d’r is nog zo veel honger in de wereld en wij maken hier een mooi en eerlijk product. Dan vind ik het hypocriet als we minder voedsel zouden exporteren en geld gaan overmaken om te helpen. Die mensen moeten toch eten? Geld kun je niet eten.”

In het buitenland zijn zonder twijfel ook gunstige omstandigheden te vinden mét ruimte voor meer stikstofneerslag. En betreft de export van onze landbouwproducten maak ik me zorgen dat EU-landen, vaak met hulp van EU-subsidies, lokale markten in arme landen kapot concurreren.


Veel deskundigen menen dat de schaalvergroting en intensivering in de landbouw een gevolg is van de lage prijzen die de markt wil betalen. Moet de consument niet meebetalen aan de verduurzaming van het product?

De consument beoordeelt ons product door de prijs die hij daarvoor wil betalen – daar leren we van, maar het zijn vooral de supermarkten die de prijs bepalen. Wij hebben alleen invloed op de kostprijs. Ik heb daar geen probleem mee. Het gaat bij ons net als bij de detailhandel. Winkels worden groter en groter. In ons dorp had je vroeger dertig boeren, nu nog vier. We kunnen niet terug naar hoe het was. Het gaat erom dat je als ondernemer de boel op orde hebt. De ene boer doet lachend driehonderd koeien, de ander met moeite honderd. De een schrijft de hele Telegraaf vol, de ander net een kantje. Er zijn kleine en grote bedrijven die het niet redden. 

In mijn ogen moet de consument meebetalen aan het verduurzamen van productieprocessen. Eerlijke prijzen betekent meer winst voor de boer en dat betekent dat hij met minder koeien per hectare toe kan. Minder vlees eten is ook nodig. Nederlanders eten vijf keer meer vlees dan nodig is.

Zo’n vijf kilometer westwaarts van jullie boerderij ligt Eilandspolder, een Natura-2000 gebied…

“In theorie zou het kunnen dat wat hier aan stikstof omhoog gaat, daar neerslaat en bijdraagt aan het verminderen van de biodiversiteit. Maar dan kom ik toch weer op dat rekenprogramma: is het ook echt zo? Los daarvan: veehouders in onze streek hebben het voordeel dat het gebied heel open is met veel gras- en akkerland en voor die gewassen is stikstof juist een groeistof.
Maar stel dat je in een straal van vijf kilometer rondom Eilandspolder boerenbedrijven weghaalt, zoals de regering wil, wie zegt dan dat de natuur daar over vijf of over tien jaar is verbeterd? Er moet eerst een experiment komen, met een nulmeting zodat je de effecten kan meten – en laat die metingen niet alleen doen door mensen die betaald worden door de overheid.”

Nulmetingen lijken mij ook noodzakelijk, maar voor experimenten is geen tijd meer. Ik hoor al sinds mijn jeugd dat het slecht gaat met de natuur en dat er grenzen zijn aan de (huidige wijze van) economische groei. De klimaatcrisis is voor mij de druppel die deze emmer doet overlopen.

Melkveehouders houden een Kringloopwijzer bij, onder meer om inzicht te krijgen in de stikstofbalans van hun bedrijfsvoering. Hoe staat het bij jullie met die balans?

“Die Kringloopwijzer is een algemeen rekenmodel en redelijk oud. Of de stikstofkringloop bij ons in balans is, is daardoor moeilijk te zeggen. Maar wij zijn een grondgebonden bedrijf en ik denk dat wij met onze bedrijfsvoering heel dicht bij een volledige kringloop kunnen komen. Daar werk ik al heel lang naar toe. Om die reden ben ik ook lid geworden van Grondig. Die boerenorganisatie heeft samen met de Universiteit van Wageningen een mooi kringloopmodel ontwikkeld dat een beetje aansluit bij het verhaaltje dat ik altijd vertel: de koe is zo geschapen dat ie een boertje, een poepje en een piesje doet – en dat doet ie om te overleven, want daar groeien de gewassen beter van. Mensen zullen inzien dat daar een kern van waarheid in zit.”

    Ik geloof Sjaak, maar ik vraag me bezorgd af hoeveel veehouders die kringloop op korte termijn rond krijgen. Deze discussie loopt al sinds de jaren ‘80…

    Hoe ziet jouw ideale bedrijf eruit?

    “Mijn ideaal is een gezonde veestapel, met gemiddeld twee melkkoeien per hectare grasland en dat we daarmee de kringloop que bemesting, vastlegging en uitstoot van allerlei stoffen rond is. En dat we daarmee verlost zijn van allerlei spelregels, ingewikkelde rekensommen en rapportjes en onderzoeken. En ik wil ook uitdragen dat wij goed bezig zijn met onze programma’s voor weidevogels en voor duurzaamheid, dat mensen dat waarderen.” 

    ———————

    Wat ik van onze gesprekken heb geleerd is dat de stikstofcrisis veel complexer is dan ik al dacht. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de rol van de kunstmest- en veevoeder industrie, de politiek, de banken en de strijd om bouwgronden. Ik vind nog steeds dat de natuur koste wat kost voorrang moet krijgen, maar voor Sjaak zou ik de vlag uithangen. 

    De stikstofcrisis in het kort

    Te veel neerslag (depositie) van stikstof is volgens de gangbare wetenschap slecht voor de natuur en sinds de jaren ‘80 streven diverse partijen naar het verlagen van de uitstoot. Alle inspanningen ten spijt komt er anno 2021 in driekwart van de beschermde ‘Natura 2000’ natuurgebieden zó veel stikstof terecht dat de overheid, conform EU-wetgeving, drastisch moet ingrijpen. Daarbij zijn de pijlen vooral gericht op de landbouw omdat die sector – en dan vooral de melkveehouderij – met een aandeel van 44 procent veruit de grootste uitstoter van stikstof is. Eén van de maatregelen houdt in dat zo’n vijfhonderd boeren hun bedrijf mogelijk (gedwongen) moeten sluiten omdat die te dicht bij de bedreigde natuur zouden liggen. De stikstof-aanpak van de regering leidde tot massale protestbijeenkomsten en boeren uit(t)en hun ongenoegen langs velden en wegen.
    De provincies hebben tot juli 2023 de tijd om het landelijk beleid te vertalen naar specifieke, gebiedsgerichte plannen.

    Gepubliceerd op
    Gecategoriseerd als Klimaat, Voedsel